Vorige maand september werd de Wet nr. 88/2019 gepubliceerd die de weerslag van sigarettenpeuken, sigaren of andere sigaretten op het milieu wil verlagen.

De nieuwe wet voorziet in maatregelen voor de inzameling en verwerking van tabakafval en wie sigarettenpeuken op de openbare weg gooit wordt bestraft met een geldboete van 25 tot 250 euro. De wet voorziet ook in een “overgangsperiode van een jaar te tellen vanaf de datum dat de wet van kracht wordt”, zodat men zich nog kan aanpassen aan de wet.

Volgens de wet moeten de “commerciële inrichtingen, namelijk restaurants en cafés, de ruimten waar vrijetijdsactiviteiten plaatsvinden en alle gebouwen waar het verboden is om te roken, beschikken over asbakken en materieel geschikt voor de verwijdering van ongesorteerd en selectief afval van hun klanten, namelijk afvalbakken met tuimeldeksels of andere bakken die verhinderen dat de afval op een openbare plaats terecht komt.”

De commerciële inrichtingen zijn ook verplicht om over te gaan tot het reinigen van de afval in hun bedrijfsruimte en errond in een straal van vijf meter.

Over de tabaksproducenten zegt de nieuwe wet dat ze moeten overgaan tot het gebruik van biologisch afbreekbare materialen bij het fabriceren van filters voor tabak.

De controle op de nieuwe wet zal uitgevoerd worden door de ASAE – Autoridade de Segurança Alimentar e Económica (Instelling voor Economische en Voedselveiligheid), door de stadsbesturen, de gemeentepolitie, de GNR en de openbare veiligheidspolitie.

De wet wijst erop dat over het algemeen particuliere personen gestraft kunnen worden met een minimumboete van 25 euro en een maximumboete van 250 euro, terwijl voor de bedrijven die geen asbakken hebben, maar daartoe verplicht zijn, de boetes beginnen bij 250 euro en kunnen oplopen tot 2.500 euro.

Het behandelen van de processen en het opleggen van de boetes vallen ten laste van de ASAE en van het betreffende stadsbestuur. Het geld van de boetes zal verdeeld worden onder de staat (50%), de bekeurende instelling (20%) en de instelling die het proces behandelde (30%).

 


Dit artikel verscheen in “Blik op Portugal 168”.