Disruptieve innovatie, oftewel ontwrichtende vernieuwing. We nemen het in de mond alsof het een feestje voor de smaakpapillen is, terwijl de inhoud natuurlijk helemaal niet lekker is en moeilijk te verteren. Dat laatste geldt zeker voor de conservatievelingen onder ons en voor hen die denken nog tot in lengte van jaren pensioenfondsen en pensioenverzekeraars te kunnen besturen met versleten governance en versleten business- en bestuursmodellen.

Bij disruptie denken we ogenblikkelijk aan technologische ontwikkelingen. Daar wil ik graag een kanttekening bij plaatsen. Disruptief is niet de techniek of technologie. Disruptief in de betekenis van ‘ontwrichtend’, zijn wél de consequenties van wat ons menselijk brein teweegbrengt. Wat ik daarmee bedoel? Ik hou het maar een beetje dicht bij huis: de financiële sector. De sector wordt – evenals andere, in de aard conservatieve, bedrijfssectoren – geplaagd door duizenden m/v die boventallig zijn of worden verklaard met weinig of geen perspectief om binnen of buiten de sector weer aan het werk te komen, hoe hoogopgeleid ze ook zijn. Computers en robots nemen hun werk over. Ons menselijk brein heeft dat op zijn geweten. Geen disrupte technologie, wat mij betreft. Wél in potentie ontwrichtende effecten voor mens en samenleving. Denk je eens een leven in als ‘boventallige’ veertiger of vijftiger met aan de horizon een verschuivende pensioen- en AOW-leeftijd en in het hier en nu een torenhoge hypotheek, een opeenstapeling van zorgkosten en dure (studerende) kinderen. Hoe ga je dat doen in een samenleving die op inkomen naar werk is gericht?

Langer doorwerken? Maar als dat werk er niet is? Of er wel is, maar je (fysiek en/of mentaal) niet kunt? Er zijn onderzoeken genoeg die ons waarschuwen voor de idee-fixe van een leven lang werken, ook als daar een leven lang leren en employability als panacee aan ten grondslag liggen.

Een samenleving in transitie door robotisering en digitalisering ontkomt niet aan de vraag naar inkomensherverdeling. In het midden-segment van de arbeidsmarkt verdwijnen ontzettend veel banen. Zelfs als de overheid fors investeert, gaat dat proces nog lang door.
Inkomensherverdeling lijkt onvermijdelijk.
Een basisinkomen? Panacée of disruptie?

Inkomensherverdeling is een vraagstuk waar veel economen – ook al vinden ze het een ‘vies’ en politiek beladen woord – alles van af weten. Vreemd eigenlijk dat je geen pensioenbestuurder, bankier, zorgleverancier of verzekeraar serieus over dit vraagstuk hoort. Niet in de SER, niet in de Stichting van de Arbeid, niet bij de wetenschappelijke pensioendenktanks. Terwijl een basisinkomen, een zorgtoeslag – in welke vorm dan ook – en een levenslang (ouderdoms)pensioen veel gemeenschappelijk hebben. Let wel: gemeentes experimenteren volop met het idee van een ‘levenslang pensioen’. De voordelen zijn: weg met de bureaucratie en maatschappelijke winst in de zin dat veel mensen gezonder en vitaler mee blijven doen. Er is geen bewijs voor (gevonden) dat mensen er luier van worden.

De nadelen zijn er ook: een levenslang pensioen (een vorm dus van basisinkomen) is een hele dure manier van inkomensherverdeling, zo heeft het Centraal Plan Bureau (CPB) al eens becijferd. Maar, het CPB berekende ook dat er winst te halen valt.

Ik reken het tot de verantwoordelijkheid van de pensioen- en zorgsector gezamenlijk om het maatschappelijk uiterst relevante dilemma van inkomensherverdeling in een samenleving in transitie serieus te nemen en aan de visievorming daarover bij te dragen met hun kennis en ervaring. Aan de politiek alleen kan je dat maar beter niet overlaten.

 


Dit artikel verscheen in “Blik op Portugal 153”.