Er is oorlog in Nederland Pensioenland. Volgens wettelijk vastgestelde rekenregels moeten de pensioenen van miljoenen Nederlanders komend jaar gekort worden. Dat hakt er best in, al moet je dat ook weer niet overdrijven. En er is geen ontkomen aan.

Dat zint een groepje ‘prominenten’ niet. Zij schreven in oktober een brief aan fractievoorzitters van de Tweede Kamer. Dat deden ze met inzet van alle beproefde klassieke middelen van babyboomers (u weet wel: behoudzucht en confessionele bestuurdersdrang) om eerder genomen, democratische besluiten en geldende wet- en regelgeving over die rekenregels om zeep te helpen en die op handen zijnde kortingen van pensioenen te voorkomen.

Huuhhh? Prominenten? Omdat het aantal prominente prominenten in Nederland op één hand is te tellen, scharen ook zelfverkozen prominenten, ex-prominenten, onbekende prominenten en politici die graag prominent aanwezig zijn, zich in die rij van ondertekenaars van die brief. Bij elkaar enkele tientallen. Zij allemaal vinden dat het geld in Nederland waarover pensioenfondsen beschikken tegen de plinten opklotst. Hun redenering luidt: alleen al de eerste helft van dit jaar zijn de vermogens van de Nederlandse pensioenfondsen met 161 miljard euro toegenomen (cijfers DNB). Dat is een stijging met meer dan 12 procent. Dat lijkt goed nieuws voor de pensioendeelnemers en dat is het ook. Het is een forse bijdrage aan ons pensioenstelsel dat in 2018 een bedrag van bijna 31 miljard uitkeerde aan 3,3 miljoen pensioengerechtigden. Omdat de pensioenfondsen in datzelfde jaar een bedrag van ruim 33 miljard aan premie ontvingen, kan deze hele vermogenswinst worden toegevoegd aan de bestaande pensioenvermogens die eind vorig jaar 1322 miljard bedroegen. Een korting op pensioen, alleen omdat wettelijke rekenregels dat vereisen, is dus niet aan de orde en eigenlijk belachelijk.

Maar zoals dat gaat in Nederland, vormt zich onmiddellijk een tegenbeweging. En u raadt het al: óók van prominenten. Zij betichten die ‘andere’ prominenten van spilzucht. En vooral: van geld uitgeven wat eigenlijk aan een nieuwe, jongere generatie toe moet komen.

Ja, ja, solidariteit is mooi! Maar met wie? Met je generatiegenoten? De bevolkingsgroep die volop geprofiteerd heeft van nagenoeg ongebreidelde fiscale en andere financiële faciliteiten die het hen mogelijk maakte binnen één en dezelfde generatie de wereld aan vermogen op te bouwen. Of ben je solidair met je kinderen en kleinkinderen die die faciliteiten niet (meer) hebben en – zoals ik in een eerdere column al aangaf – zo’n half miljoen euro per persoon (mind you!) aan eigen vermogen meer moeten opbouwen dan de huidige generatie om überhaupt een eigen huis, een eigen studie en een financieel gezonde oude dag te kunnen bekostigen.

Deze, tweede groep, prominenten zegt: Stel nu dat je op de huidige marktrente 2 procent extra (prudente) risicopremie doet als rekenrente (zoals de eerste groep ‘prominenten’ voorstelt). Dan stijgt de dekkingsgraad bij een gemiddeld pensioenfonds met grofweg 30 procent. Dan hoeft het fonds niet te korten en mag het zelfs indexeren. Dat klinkt te mooi om waar te zijn. En dat is het dan ook! Want de gepensioneerden krijgen dit geld direct uitbetaald. De pensioenpot is na indexeren dus leger dan deze zou zijn zonder de kortingen. Stel dat je in plaats van 0,5 procent kort 2 procent indexeert, dan betaal je ieder jaar 2,5 procent meer uit dan onder de huidige methode. Tegen de tijd dat de jongeren van nu aan de beurt zijn voor hun pensioen, is die grote pensioenpot dus aanzienlijk verkleind. Jongeren lopen zo wél het beleggingsrisico, terwijl de risicopremie al is uitgekeerd. Met andere woorden: De verandering van de rekenmethode die de eerste groep prominenten voorstelt, schuift geld van jongeren naar ouderen. En dat terwijl het risico bij de jongeren blijft. Als het fout gaat maken ze verlies, maar hebben ze de verwachte winst aan de ouderen betaald. Als het heel goed gaat, maken ze net als de ouderen winst. Maar die hebben dan de verwachte winst er bovenop al eerder gehad. Jongeren zijn altijd slechter af bij deze aanpak.

De vraag is uiteindelijk: hoe solidair wil je met wie zijn? En daarmee is pensioenland eigen gewoon Nederland. Een land vol compromissen omdat dilemma’s zich aandienen. Alleen, het compromis heeft zich nog niet aangediend.

 


Dit artikel verscheen in “Blik op Portugal 169”.