Van ruilen komt huilen. Vaak is dat zo, maar nu even niet. De ruil waar ik op doel is een duivelspact en vindt plaats in een droom. In die droom laat minister Koolmees de strakke teugels van het toezicht op pensioenfondsen vieren en trotseert Klaas Knot c.s. pensioenkortingen van de baan! Natuurlijk wil Koolmees daarvoor iets terug. En dat kan. De geharnaste vakbondsmannen en -vrouwen die over het nieuwe pensioenstelsel gaan, nemen onvoorwaardelijk en definitief afscheid van hun zekerheidssyndroom. Exit de alles en iedereen in zijn wurggreep houdende zekerheidsfixatie. Naar verluidt zijn de pensioenonderhandelaars van de vakbonden tot zo’n ruil bereid. En minister Koolmees? Die maakt zich er onsterfelijk mee als de man die erin is geslaagd eindelijk de weg te effenen voor de zo broodnodige vernieuwing van ons pensioenstelsel.

Wat levert die duivelse uitruil in concreto op? Ruimte en rust met zicht op een roadmap om van ‘hier en nu’ naar ‘daar en dan’ te geraken zonder onderweg op een doodlopend spoor te komen. ‘Hier en nu’ is het oeverloze debat over wel/niet korten; wel/niet indexeren; wel/niet genoeg geld in kas. Een debat waarin niemand meer debatteert op basis van argumenten en waarin alleen de standpunten (welles versus nietes) helder zijn. ‘Daar en dan’ is het perspectief op een gezond en duurzaam pensioen. En tussen die twee ligt de Memory Lane waarvan de wegwijzers al veel eerder goede diensten hebben bewezen, maar waarop we het zicht om één of andere reden kwijtgeraakt zijn.

Ze wijzen naar een premie die een koopkrachtig pensioen oplevert. Een volgende wegwijzer is geplaatst op een tweesprong en wijst naar de cao-tafel waar die pensioenambitie en de premie die daarbij hoort, wordt uitonderhandeld binnen het kader van de beschikbare loonruimte. De wegwijzer wijst ook naar pensioenfondsen die de opdracht aanvaarden om met die premie voor alle groepen deelnemers een koopkrachtig pensioen te realiseren, zich daarover te verantwoorden naar deelnemers die het pensioenfonds daartoe mandaat hebben gegeven. Die pensioenfondsen tonen leiderschap, bekennen kleur en maken hun rol als trustee waar. Ze verschuilen zich niet achter de toezichthouder en zoeken niet naar allerlei uitvluchten maar nemen ten volle verantwoordelijkheid. Zo maken zij dat ambitiepensioen waar.

En dan is er nog een wegwijzer die naar investeringen wijst die het pensioenfonds moet doen in de samenleving waarin zijn deelnemers wonen, werken en leven met inachtneming van de zorg voor een stabiel rendement en de uitdaging om een leefbare wereld na te laten aan komende generaties. Die wegwijzer wijst niet naar een toetsingskader waarin de volatiele marktrente de maat der dingen is, maar naar een langetermijnbeleggingsbeleid met meer assets in de reële economie.

Ik word wakker in de realiteit van het ‘hier en nu’ waarin een verschrikkelijk virus de economische werkelijkheid in een dodelijke status quo gevangenhoudt. Maar die droom over ‘daar en dan’, die is toch zeker sterk genoeg om ons aan de greep van het virus te ontworstelen?

 


Dit artikel verscheen in “Blik op Portugal 176”.