Vorig jaar schreef ik over mijn minivarkentjes en hoe ze hadden huisgehouden onder mijn kippen. Zes kippen werden uiteindelijk het slachtoffer van het moordlustige beertje (zo heet een mannetjesvarken). Het toen inmiddels drachtige zeugje was een rustiger beestje, maar de verontwaardiging van mij was toen zo groot dat ik ze uiteindelijk beiden heb weggegeven. Het beertje is ondanks de toezegging dat dat niet zou gebeuren toch op de grill beland – smaakte naar kip zei de olijke varkensmoordenaar – maar het zeugje is na een worp van drie mooie biggetjes alweer drachtig, en nu van één van haar eigen jongen. Zoals ik toen al schreef, “het zijn net mensen”.

E

en jaar lang heb ik het met de overige drie kippen en de haan gedaan, en ook tijd nodig gehad om de omheining en de vernielingen verricht door mijn door de duivel bezeten beertje in het nachthok te repareren. En toen werd het tijd voor weer een complete kippenfamilie.

Plastic bordje
Alles komt daar bij elkaar, zigeuners, boom- en plantenkwekers, een grote keuze aan restaurants op wielen waar al om zeven uur in de morgen de houtskool ligt te gloeien en er al op plastic bordjes kip piri-piri en speklappen als ontbijt wordt gegeten, weggespoeld met simpele maar evenzo lekkere Portugese vinho. Heel aantrekkelijk, maar ik kwam voor een nieuwe kippenfamilie en niet vanaf een plastic bordje..

TIP VAN JACK

Eierkoeken

Klop 2 eieren, 1 eidooier, een half theelepeltje zeer fijngehakte citroenschil en 110 gram suiker tot een lobbige massa. Er moeten pieken op het beslag staan. Zeef 110 gram bloem type 55 met een half theelepeltje bakpoeder en schep dat voorzichtig door het beslag. Zorg dat er zo weinig mogelijk lucht ontsnapt. Vet een bakplaat licht in en bestuif de plaat met bloem. Schep of spuit dan niet meer dan 6 hoopjes beslag op de bakplaat – ze drijven behoorlijk uit – en bak ze in een voorverwarmde hete oven (de hoogste stand), in ongeveer 8 minuten gaar. Eet ze zo of vouw ze dubbel met een beetje pudding en/of vers fruit ertussen. Bestuif met poedersuiker en je hebt een heerlijk dessert.

Volgestouwde kratten
Zoeken hoef je niet. Je gaat gewoon richting het gekakel en gepiep van de honderden kippen, kalkoenen en zangvogeltjes. Knijp wel een oogje dicht bij het zien van de volgestouwde kratten en de niet zo liefdevolle wijze waarop kippenfamilies van elkaar worden gescheiden en opnieuw in een doos worden gepropt. Door het kopen bevrijd je toch weer een paar van die beestjes, denk ik dan maar.

Ik had mijn zinnen gezet op een bonte familie legkippen en een paar minikuifkippetjes die ik daar al eens eerder had gezien. Voor de kippen kon ik snel een koop sluiten, maar van de minikippetjes waren er nog maar vier. Al de mooie en gezonde waren er uit en voor de vier overgebleven zag ik althans geen overlevingskansen als ik ze niet zou kopen. In een kratje zonder stro en vol poep zaten ze in een hoekje ineengedoken, meer dood dan levend, maar toch heb ik ze meegenomen.

Droog bedje
Thuisgekomen had ik ze het liefst in een badje gedaan, maar heb ze uit de doos in de ren gezet en het heilige kruis nagegeven. Met een goed boek heb ik de rest van de dag in de kippenren doorgebracht om de boel te observeren, en toen de zon onderging en alle kippen op stok gingen heb ik de Pino’s, want daar lijken ze echt op, behandeld met luizenpoeder en in een legnest met vers stro gelegd.

De volgende ochtend toen de zon maar net op was en ik voorzichtig de deur van het nachthok opende, zaten de vier Pinootjes met de kopjes fier omhoog al op de rand van het legnest. Wat kan een beetje verzorging en een droog bedje toch veel doen. Nu twee dagen later rennen ze rond, eten en drinken ze goed, en zijn ze veranderd van een zielig hoopje ellende naar vier dartelende showdanseressen zoals een vriendin van me ze noemde.

Als ik nu op m’n bankje bij mijn kippetjes zit, voel ik me als het meisje met het plastic spiegeltje, blij en een beetje gelukkig.

 


Deze column verscheen in “Blik op Portugal 156”.