WhatsApp, Instagram, Facebook, Twitter en zo weten we er vast nog wel een aantal. Mogelijkheden ten over op het gebied van de social media. Netwerken, voor iedereen toegankelijk, waardoor de wereld met elkaar wordt verbonden. Voor iedereen toegankelijk, dus ook voor onze kinderen. Allerlei leuke apps, gratis te downloaden op je mobiele telefoon of tablet. Online games, zoveel je maar kunt bedenken. Kinderen kijken tegenwoordig liever naar een vlogger op youtube, dan naar de televisie of een film. Hoe veilig is dit alles voor hen? Of misschien beter gevraagd, hoe onveilig? Hoe kunnen wij als opvoeders onze kinderen beschermen tegen de gevaren van de wereld online?
Het stuk van de opvoeding waarin wij onze kinderen bewust en selectief leren om te gaan met media, zoals gamen, internetten, lezen en tv kijken, noemen we mediaopvoeding. Het idee achter mediaopvoeding is dat kinderen leren kritisch over de inhoud na te denken en de waarde van deze inhoud leren in te schatten. De aankleding en inhoud van dit gedeelte van de opvoeding is per gezin anders. Het is afhankelijk van de waarden en normen van het gezin en ook van het kind zelf.
In de opvoeding vinden we vijf taken, die elke opvoeder eigenlijk (on)bewust hanteert: zicht houden; veiligheid bieden; lichamelijke en geestelijke zorg verlenen; sturen door verwachtingen uit te spreken; grenzen stellen. Deze opvoedingstaken kunnen we doortrekken naar de mediaopvoeding. We komen dan uit op vier soorten van begeleiden.
Restrictieve begeleiding. Grenzen stellen aan het mediagebruik. Zo kunnen afspraken gemaakt worden over het wanneer en het hoe lang. Dit kan leuk gemaakt worden door een kalendertje te maken. Misschien kan een extra momentje worden verdiend door een klusje te doen. Ook kunnen bepaalde programma´s of games verboden worden. Uitleggen van de reden van het verbod is wenselijk. Kinderen nemen eerder iets aan wanneer ze de reden ervan begrijpen.
Actieve begeleiding. Met kinderen praten en ze daarmee sturen. Uitleggen waarom bepaalde games of activiteiten op het internet ´goed of fout´ zijn. Vormgeven aan dat wat kinderen nog niet kunnen begrijpen. Kinderen hebben vaak een goede intuïtie. Door over dit soort zaken te praten, is een kind ook eerder geneigd aan te geven wanneer het zelf iets tegenkomt wat niet helemaal in de haak is.
Gezamenlijke beleving. Er niet alleen samen over praten, maar het ook samen beleven. Samen een programma kijken, samen een game spelen, samen een boek lezen. Deze onlinewereld is een wereld waarin kinderen van nu opgroeien en zij zullen het waarderen als momenten in deze wereld worden gedeeld: met mama griezelen bij die hele spannende film; papa verslaan in die grote battle tijdens die game!
Zicht houden. Het ene kind is het andere niet. Sommigen kunnen meer ´vrij´ gelaten worden dan anderen. De een zal eerder aan de bel trekken wanneer het iets raars tegenkomt dan de ander. Kinderen kunnen best vrij op de computer bezig zijn. Blijf echter op een afstand ´meekijken´ en weet waar ze mee bezig zijn. Blijf ook in de buurt om te helpen of eventueel in te grijpen als dat nodig is. Er zijn een aantal mogelijkheden voor technische voorzieningen voor de veiligheid van kinderen op het internet, zoals een kinderbrowser of de optie ouderlijk toezicht op de gebruikersaccount van het kind.
Door de komst van het World Wide Web is de wereld van het opgroeiende kind enorm veel groter. Als opvoeder is het onze taak te doen wat we altijd al hebben gedaan: onze kinderen klaarmaken voor de, nu dus een ietwat grotere, wereld.
Behulpzame sites over mediaopvoeding:
www.mijnkindonline.nl van Kennisnet
www.nji.nl/mediaopvoeding (Informatie van het Nederlands Jeugdinstituut)
www.mediawijzer.net (Expertisecentrum Mediawijsheid, met nieuws, tips en weetjes)
www.bureaujeugdenmedia.nl (Voor advisering over kinderen en mediagebruik)