Het lijkt deze winter kouder dan voorgaande jaren, en dat zorgt ervoor dat ik alleen voor het hoognodige de deur uitga en daardoor mijn inspiratiebronnen om een verhaaltje te schrijven mis. Ik zit dus meer binnen bij m’n warme houtkacheltje en verwen mezelf wat vaker met muziek en een goed glas rode wijn en wat tuinkruiden. Ik wil dan nog weleens weg zwijmen in melancholie en de hang naar vroeger, en daar is ook altijd wel wat over te schrijven.

M

Meestal zet ik een beginnetje op papier, dan komt de rest vanzelf. Tot ik opeens dacht, ik zit helemaal niet te schrijven, ik zit te tikken. Vroeger, of zo u wilt eerder, schreef ik, en nu tik ik dus. En toch schrijf ik liever, maar bij de redactie willen ze het zo. De meesten van mijn leeftijdgenoten tikken. Dat is met twee wijsvingers veel te hard op de toetsen drukken. Maar toch is drukken ook weer wat anders. Dat is als je iets hebt getikt en het getikte wilt vermenigvuldigen. Dat doen ze bij de redactie. Of nee, die drukken niet. Dat deden ze vroeger met losse lettertjes. Die heetten zetters. Die kregen van schrijvers geschreven vellen tekst en zij zetten die tekst dan met losse lettertjes op koperen platen. Dan kwamen de drukkers en die drukten ze dan in de inkt en dan weer op papier.

Garneren
Dus daarom tik ik. Maar hoe mijn getikte verhaal dan toch in zo’n blad komt weet ik echt niet. Ik ben de tikker en hoe zij heten weet ik niet. Het zijn geen schrijvers, geen tikkers, geen zetters en ook geen drukkers. In mijn ogen zijn het in ieder geval deskundigen, want wat ik hier in een rommelige huiskamer zit te tikken, staat straks keurig netjes in de glossie van de NCA, zonder de hulp van schrijvers, zetters en drukkers. En dat is toch wel knap.
Ook als ik voor een feestelijke gelegenheid een taart mag maken, wordt vaak gevraagd of ik er wat op kan schrijven. Dat heet garneren, en ik denk dat mijn liefde voor schrijven daar vandaan komt. Wij hadden op school een leraar garneren, Meneer Klaarenbeek, en die man kon met chocolade achteruit garneren. Wij leerden verschillende letterstijlen eerst te schrijven op papier, om later met garneerglazuur houten taartblokken te decoreren. Het was echt mijn favoriete vak.

TIP VAN JACK

Een echt Hollands koffiekoekje: Willemientjes.

Maak een deegje van 200 gram basterdsuiker, 150 gram echte boter, 1 eidooier, 200 gram bloem (het liefst type 155), 3 gram bakpoeder en 3 gram zout. Als u boter met zout gebruikt geen zout toevoegen. Leg het deeg een nachtje in de koelkast, kneed het een keertje door en rol het heel dun uit. Steek dan rondjes uit, leg die op een beboterde bakplaat en bak ze op plm. 160 graden goudbruin. Een heerlijk knapperig en smakelijk koekje.

Opslaan, terugvinden, versturen
Maar even terug naar de opbouw van mijn verhaal. Ik weet eerlijk gezegd nog steeds niet waar ik over zal schrijven, uh tikken, maar zie dat ik toch al een heel eind ben met die onzin. Eigenlijk is een verhaaltje schrijven niet zo moeilijk, zolang je maar een rijke fantasie hebt. Door de bank genomen zit ik gemiddeld zo’n twee uurtjes aan een verhaaltje. Als ik dat eenmaal heb, komt voor mij het moeilijkste gedeelte: het opslaan, het terugvinden en het versturen. Het programma vraagt dan onder welke naam ik het wil opslaan en ik vul in ‘ONZIN’. Dan sla ik het op om het de volgende dag te openen en na te lezen, om eventuele fouten eruit te halen en het waar nodig te verbeteren. Maar dat gaat niet zomaar. Negen van de tien keer staat het niet in de lijst waar ik het had achtergelaten en vind ik het soms na heel lang zoeken ergens anders terug. Of ik vind het nooit meer terug en moet opnieuw beginnen.

Schrijven is kunst
U begrijpt nu dus dat ik liever schrijf dan tik. Ik schrijf ook al mijn leven lang dagboeken. Niet per se voor mijn nageslacht maar gewoon omdat ik graag schrijf. Dat doe ik ook altijd nog met een echte Parkervulpen en net als met mijn keukenmessen, gaat het niet gebeuren dat een ander dan ik deze pen beroert.

Nu moet ik wel concluderen dat het toch niet allemaal onzin is. Het komt erop neer dat schrijven voor meer staat dan schrijven alleen. Schrijven is kunst in de zin van mooie letters zoals de Monniken dat deden. Schrijven deed mijn eerste liefde Willemien, de mooie kappersdochter, op een kunstig opgevouwen stukje papier wat ze in de pauze op school onopvallend in mijn hand stopte en waar met meisjesletters ‘ik hou van jou’ op stond. Dat stukje papier was van Willemien en van mij. Nu gaat dat met een kille Smartphone en is de getikte tekst voor de hele wereld. Alleen Willemien en de Monniken zullen nog blijven schrijven, en wat ik net heb gedaan is met een rijke fantasie een beetje zin en onzin zitten tikken.

 

Deze column verscheen in “Blik op Portugal 152”.