Delen is het nieuwe vermenigvuldigen. Het is mijn nieuwe slogan. Ik kan er enthousiast van worden. Hoewel ‘nieuw’? De gedachte om samen te delen om daar (financieel) voordeel uit te halen, is al heel oud en heeft vooral opgeld gedaan op het platteland.  Landbouwmechanisatiebedrijven bijvoorbeeld zijn vaak in het leven geroepen door een coöperatie van boeren die uit welbegrepen eigen belang tot de conclusie kwamen dat het beter is om maar één combine – of welke machine dan ook – te kopen en die met elkaar te delen, onderhouden én te exploiteren.

Tegenwoordig is het hip om in Amsterdam-Zuid en andere peperdure plekken in Nederland dingen met elkaar te delen. Een boormachine bijvoorbeeld. Waarom zou achter elke voordeur een boormachine moeten zijn als je deze hooguit een paar keer per jaar gebruikt?  En ook ‘deelauto’s’ zie je steeds vaker op de weg. Vaak ook nog eens met gemeentelijke subsidie. Het idee erachter is simpel. Als je wilt dat we de klimaatdoelstellingen halen, deel je je auto met anderen. Want ook heel veel auto’s en vooral tweede auto’s in één en hetzelfde gezin, staan veel meer stil dan ze gebruikt worden en kunnen makkelijk met meerdere gezinnen gedeeld worden. Mits je natuurlijk een beetje je best wilt doen om goede afspraken te maken.

Tel uit je winst. Financieel gesproken is delen voordelig (grappig …, het zit zelfs in het woord besloten). En ook als het om zoiets als duurzaamheid gaat, is er winst te behalen.

Huizen delen is zelfs lucratieve en speculatieve handel geworden. Kijk maar naar de uitwassen van Airbnb. In Amsterdam gaat de gemeente er een stokje voor steken. Overigens op verkeerde gronden, vind ik, namelijk dat ‘toerisme’ uit de hand gaat lopen. Maar aan het delen van woonplekken met elkaar is natuurlijk niets mis. Een goed idee met, zoals altijd, een zwart rafelig randje zodra zo’n idee in handen komt van speculanten.

En wat doet de financiële sector: banken, verzekeraars, pensioenfondsen? Die kijkt de kat uit de boom. Een deelauto verzekeren is nog niet zo eenvoudig. Want, aldus de verzekeraar, wie is de eigenaar (en dus polishouder) en wie kan je aanspreken als de premie niet op tijd wordt betaald? Dat soort dingetjes. Bij banken idem dito. In veel hypotheekaktes is de bepaling opgenomen dat je je huis niet mag delen met anderen (lees verhuren of wat dan ook). En pensioenfondsen – die honderden miljarden euro’s te investeren hebben (geld dat niet van die pensioenfondsen, maar van u en mij is) – zijn verre van spontaan bereid om dit soort ‘coöperatieve’ avonturen aan te gaan en verloochenen dus maar al te zeer hun ‘afkomst’ als collectieve waarborg van mensen die met elkaar, voor elkaar willen zorgen.

Toch is er een kentering. Eén van de allergrootste verzekeraars van ons land, Nationale-Nederlanden, besteedt momenteel een héél groot marketingbudget aan televisiereclame waarin ze een ‘duurzame boodschap uitventen’. Wat dacht u van deze tekst (citaat)? “Eén op de drie Nederlanders wil bewuster consumeren. Nederlanders blijken niet alleen beter na te denken over wat ze willen kopen, maar ook over of ze wel iets nieuws willen kopen. Bij onze aankoopbeslissingen spelen overwegingen op het gebied van duurzaamheid en ethiek een steeds grotere rol. Ook spreekt er een groeiende afkeer uit van de wegwerpcultuur, waarin we achteloos allerlei spullen kopen en ze net zo makkelijk weer weggooien zodra ze beschadigd raken of we erop uitgekeken zijn. Nationale-Nederlanden speelt daarop in.”

Jawel: Er hangt verandering in de lucht.

 


Dit artikel verscheen in “Blik op Portugal 159”.