Kent u dat woord nog? Hoffelijkheid!
In de opmaat naar het nieuwe jaar 2019 vatte het begrip mij bij de kraag en liet niet meer los. U herkent dat misschien wel, zo’n periode waarin alles even stil lijkt te staan, op adem komt. Dé gelegenheid bij uitstek om heel veel te lezen en herlezen. Ditmaal de Europese grootmeesters van de literatuur zoals ‘uw’ Portugese helden bijvoorbeeld: Fernando Pessoa en J. Rentes de Carvalho. Maar ook Hongaren als Sandor Marai en Miklos Banffy. En niet te vergeten de Italiaan Roberto Calasso. Onder hen reken ik ook mijn persoonlijke Nederlandse held Louis Couperus.
Al die literaire helden hebben iets gemeenschappelijks: hoffelijkheid. Een veelomvattend begrip dat iets te maken heeft met respect en wellevendheid. Maar ook met het besef van duurzaamheid. Het heeft met gedrag te maken. In dit geval het gedrag waarmee een literator zijn personen én zijn lezers behandelt. Wat mij betreft spant Rentes de Carvalho de kroon. Een kleine passage uit zijn beroemde boek ‘Lissabon’: “De vriend bezoekt een vreemde stad of een ander land met het respect waarmee je andermans huis betreedt (…) Hij neemt waar zonder zich op te dringen, hij aanvaardt wat hem vreemd lijkt, hij velt geen oordeel zonder te weten waar hij het over heeft”.
Ik associeer het begrip met het oude Europa uit het ‘fin de siècle’ en van ver daarvoor toen heel veel intellectuelen, denkers en leiders uitdrukking gaven aan het collectieve inzicht dat de essentie van een zorgzame samenleving niet ligt in het slechte mijden, maar in het goede doen.
Als je het mij vraagt zijn we die hoffelijkheid kwijtgeraakt. Europa was ervan doordrenkt. En het Verenigd Koninkrijk was er de spreekwoordelijke vleesgeworden realiteit van. Maar ergens halverwege de vorming van de Europese Unie zijn we dat besef van hoffelijkheid en respect, het besef dat iets van blijvende waarde is over generaties en landsgrenzen heen, kwijtgeraakt. We hebben het ingeruild voor een ongebreideld eigenbelang. En de Brexit? Die is het overtuigende bewijs van hoe een land als gevolg van zelfingenomen eigenbelang van politici en een beperkte blik op hier en nu, in chaos ontaard.
Het klinkt misschien raar, maar hoffelijkheid is een belangrijk begrip voor ondernemers. Niet kijken naar kansen en risico’s in financiële zin alleen. Maar breder kijken naar mens, milieu en omgeving in de koestering van de kringloop der dingen. Oogsten en opnieuw zaaien; kappen en opnieuw planten. Je krijgt er succesvollere en duurzamer ondernemingen en samenlevingen van.
Toegespitst op de wijze waarop we inkomen en welvaart in onze Europese landen organiseren en verdelen (óók over generaties heen; dan heet dat pensioen), betekent dit dat we met hoffelijke eensgezindheid en respectvolle duurzaamheid leren delen in kennis, macht en bezit. Onder elkaar en met hen die na ons komen. Ons economisch systeem wordt er weerbaarder, flexibeler en welvarender van. En zo bied je nieuwe generaties goede kansen om zich te ontplooien. Met het oog op de kringloop der dingen is dat óók voor nu (en voor u en mij), een bemoedigende gedachte.
Daarom roep ik – alsnog – het jaar 2019 uit tot het jaar van hoffelijke eensgezindheid en duurzaam respect. Ook en juist in ons sociaaleconomisch systeem.
Dit artikel verscheen in “Blik op Portugal 162”.