Heen en weer naar Drenthe
De tijd vliegt. En wij ook. Met onze kitten van drie maanden op schoot vliegen we van Porto naar Amsterdam. Onder ons rijdt op de E80 een volle blauwe vrachtwagen, precies 2222 km naar Emmen. Ook wij gaan terug naar Nederland om voorlopig weer in Drenthe te wonen.
Om het eerste weekend goed door te komen, wandelen we van de Laan van de Iemenhees aan de rand van Emmen naar de Lidl supermarkt, gelukkig ook aan de rand. Het duurt precies zeven minuten voordat we beroofd worden: alles uit de coronasteriele winkelwagen wordt gejat, als ik even op zoek ben naar cerveja… Niemand weet wie het geflikt heeft. Maar gelukkig zat er nog niet zoveel in mijn kruidenierskar behalve haring, wittebrood, kogelbiefstuk en kastanjechampignons, m’n parapluie en drie splinternieuwe Pingo Doce-tassen.
…Ik droomde dat ik langzaam leefde
langzamer dan de oudste steen…
Zo, da’s een positieve wending, met dank aan mevrouw Vasalis, in het denken van iemand die zichzelf sinds het groeiende vertrek van soortgenoten uit Portugal als ‘Fado-oudje’ beschouwt. Is het zo onleefbaar hier in het zuidwesten van Europa dat je na je zeventigste weer ‘naar huis’ moet?
Ach, laten we het neoliberaal houden: natuurlijk doen we allemaal wat we willen, waar we zin in hebben en waarvan we denken dat het beter voor ons is. We ‘doen’ gewoon. Hebben we het er met elkaar nog over?
Mijn stelling van de dag: iedereen uit de Lage Landen die na zijn zeventigste in Portugal blijft, heeft gelijk. En iedereen die terugkeert naar het vaderland ook. Alle argumenten die worden gebruikt bij het terugkeren of juist het blijven, horen bij personen, bij mensen zoals jij en ik. Individuen die voor of tegen zichzelf denken. Groepsargumenten bestaan niet. Nou, als daar niet over te praten valt.
Zo praat ik volgende week met Gerard, een goede vriend uit Ervedal (Oliveira do Hospital) die na twintig jaar zijn huis aan de Seia, vlakbij de Romeinse brug, verruilde voor een leuk huis in Doetinchem. Hans en Jannie uit Arnhem, niet meer uit Paranhos da Beira, komen op bezoek in Emmen. Daarna wordt het na een jaar weer tijd voor een oude klare met Cees in Duivendrecht die nog steeds een huis in Paranhos heeft en Guy en Karel verwachten ons een weekend in Blankenberg en… nee, dat zijn er voorlopig genoeg. Ze leven allemaal nog in twintigtwintig en ze zijn niet te vergelijken met de oudste stenen van dichteres Vasalis.
Waar woon jij nu precies Jan? Nog steeds in Vale de Igreja, de Kerkvallei. In november moet er weer gesnoeid worden: de vijgenboom loopt uit! Tegelijk moeten twintig andere bomen ook korter. Met Hugo en Therese gaan we vis roken en de boekbespreking met bezielde lezers van Vlaamse en Nederlandse oorsprong is begin december. In december zijn we ook nog 47 jaar getrouwd en in januari moeten we naar Emmen waar we ook wonen om af en toe uit te rusten van het wonen in Vale de Igreja. Zijn er nog vragen?
Daar gaat de telefoon. De boodschappendief heeft de Pingo Doce-tassen achtergelaten. Leeg weliswaar, maar het geeft een goed gevoel om morgen weer vol berusting met mijn Portugese tassen door een Nederlands stadje te sjokken… Fado-ouderdom? Het is maar hoe je het bekijkt.