Enkele dagen geleden stond ik vroeg in de morgen te wachten voor rood licht toen er een klein vrachtwagentje van een bouwbedrijf naast me stopte. Ik keek opzij en zag naast de chauffeur een meisje van een jaar of vijf zitten die met een klein roze plastiek spiegeltje zat te spelen. Zo’n spiegeltje wat samen met andere plastiek spulletjes met een touwtje op een kartonnen plaatje vastgebonden zit, en je wel bij de Loja Chines en op de zigeunermarkt ziet liggen. Ze hield het in haar handjes als was het een kostbaar kleinood en was er zichtbaar heel gelukkig mee. Net toen het stoplicht op groen sprong keek ze op, zag dat ik naar haar keek en lachte naar me. Ik zwaaide naar haar en weg was ze.  

H

oe mijn dag ook was begonnen en hoe ik me ook voelde voordat het stoplicht op rood sprong, dat meisje gaf me een gelukkig gevoel en deed me denken aan de tijd dat ik het kleine winkeltje van Martje Vermeulen uitliep met een dropveter van een stuiver. Dat zorgeloze kindergeluk, dat zag ik in de ogen van dat meisje. Martje, een oudere dame nog in Vlaardingse klederdracht, dreef samen met haar man een waterstokerij. Je kon er terecht voor heet water, en op de maandagen stond er vaak een rij mensen met een zinken emmer te wachten. Het kokende water kwam uit een grote, manshoge ketel met daaronder een gasbrander. Voor iedereen uit de buurt die nog niet over een geiser beschikte was dat een uitkomst. Ook kon je er terecht voor waspoeder, zeep, petroleum en aanverwante artikelen.

TIP VAN JACK

Pastéis de Belém Plus

We kennen allemaal de Pastéis de Belém ofwel Pastéis de Nata, maar wist u dat u dit lekkere gebakje ook kunt gebruiken als basis voor een meer feestelijk gebakje? Het recept voor de Pastéis hoef ik u niet te geven, dat is overal op internet en in Portugese kookboeken te vinden, en hebt u weinig tijd en wilt u toch iets uit eigen keuken op tafel, koopt u de Pastéis gewoon in de winkel.

Mijn Tip is vrij eenvoudig. Maak de Pastéis even krokant in de oven en beleg ze met stukjes vers fruit of alleen met frambozen of aardbeitjes (geen Spaanse). Daarbovenop kan ook nog een rozetje slagroom, of spuit er alleen een flinke rozet slagroom op. Kortom, laat uw fantasie de vrije loop en tover in korte tijd een feestelijk gebakje op tafel..

Maar het belangrijkst voor ons was de snoeplade. Die zat op de hoek van de toonbank onder de dikke marmeren plaat, en je kon er al met een cent terecht voor een duimdrop. Boven de deur hing een klein koperen belletje dat rinkelde als je de winkeldeur opendeed, en voordat Martje uit het achterkamertje het winkeltje kwam inlopen stonden wij al bij de snoeplade te wachten. Zonder wat te zeggen trok ze dan de grote lade naar zich toe, zette zich op het houten trapje achter haar en liet de lade op haar schoot rusten. Watertandend keken we naar de vele vakjes gevuld met dropveters, dropjojo’s, zoethout, toverballen, spekkies en nog veel meer. De keuze was altijd weer moeilijk, maar Martje was geduldig en als de keuze was gemaakt ging je naar buiten zo blij als een kind met een spiegeltje.

Eigenlijk dacht ik dat dat geluk er niet meer was en door de IPad, smartphone en spelcomputer was ingenomen, maar dat meisje liet me inzien dat kinderen nog hetzelfde zijn als in de jaren vijftig. Wij, de ouders, geven ze een tablet of spelcomputer in de hand als we zelf op social media op zoek gaan naar iets dat we allang bezitten. Dan is het fijn als we allemaal eens opkijken als we even moeten wachten en zien dat niet alleen het geld maar ook het geluk op straat ligt.

 


Deze column verscheen in “Blik op Portugal 155”.