Als Nederlanders horen dat ik voor de Kamer van Koophandel werk, vragen ze me regelmatig of ik niet voor een groter Portugees bedrijf zou willen werken. Mijn antwoord is dan vaak kort: nee. Niet omdat ik Portugezen geen leuke mensen vind om mee samen te werken, maar omdat de bedrijfscultuur in de meeste Portugese bedrijven heel anders is dan wij in Nederland gewend zijn.

Allereerst is er de grote hiërarchie. Top down is de norm en daarnaast heerst er een forse vriendjespolitiek waarbij mensen in het hogere management terechtkomen, niet omdat ze de beste kwalificaties hebben voor de job, maar omdat ze de beste connecties hebben. Ook zijn grotere bedrijven vaak niet zo vrouwvriendelijk. Sapo heeft recent een artikel gepubliceerd waarin staat dat slechts 14% van de topmanagementposities in Portugal door vrouwen zijn ingenomen. Volgens de Gender Diversity Index 2020 staat Portugal dan ook 13e in de ranking van de 16 deelnemende Europese landen als het gaat om “Female leadership”. Ver onder het Europese gemiddelde dus. Bij de Kamer van Koophandel hebben we ter compensatie een vrouwelijk uitvoerend team en is de Nederlandse ambassadeur, Nienke Trooster, onze erevoorzitter.

Daarnaast is het in veel bedrijven normaal om onbetaalde overuren te draaien en hoor ik van veel vrienden en kennissen dat ze regelmatig in het weekend op of vrije dagen gevraagd worden om te werken. Of ze krijgen een onmogelijke projectdeadline waardoor ze ´s avonds en in de weekenden moeten doorwerken. Ik snap dan ook niet waar de vaak gehoorde mening vandaan komt dat Portugezen niet zo hard zouden werken. Door deze strenge, en naar mijn mening tamelijk ongezonde werkcultuur, zie ik dat jonge mensen om mij heen last krijgen van burn-out symptomen. Ook zijn ze vaak niet enthousiast over het werk wat ze doen en is het salaris de enige reden waarom ze bij een bepaald bedrijf in dienst zijn.

Tegelijk zie ik ook dat steeds meer jonge mensen de grote werkgevers inruilen voor de kleinere startups. Portugal wordt steeds geliefder onder deze startende bedrijven, wat jonge professionals weer de kans geeft om met andere werkculturen kennis te maken. Naar mijn mening is deze cultuur de afgelopen jaren verbeterd, ook met de verhoging van het minimumloon. Ik hoop dat bedrijven blijven investeren in Portugal en zo ook het vrouwenmanagement meer op gang komt en dat over een paar jaar een vrouwelijk team zoals bij de Kamer van Koophandel niet meer de uitzondering zal zijn!