Koopkracht! Hoe meet je dat? En wat heeft dat met pensioen – het meest besproken onderwerp in deze column – te maken? Wie van u nog niet zo lang uit Nederland weg is, of er de laatste twee decennia regelmatig terugkomt, kent ongetwijfeld Loesje. U weet wel die ‘dame’ die te pas en te onpas in het publieke domein op posters haar commentaar geeft op allerlei actuele zaken. Meestal met een tekst met dubbele of nog ‘dubbeler’ bodem.
U bent ook vast nog niet zo lang ‘Portugees’ om zich te herinneren dat de jaarlijkse ‘Troonrede van Majesteit’ op Prinsjesdag van alles en nog wat aan maatschappelijke actualiteiten over de bühne brengt. Toch gaat het maar om één ding. De vraag: ‘gaan we er nu op vooruit, achteruit, of blijft ’t hetzelfde’. Koopkracht dus.
Loesje vindt er dit van:
Daar kunnen we om lachen. Maar de rekenmeesters van het Centraal Plan Bureau in Nederland, één van de allerbelangrijkste adviseurs van de regering, vinden iets anders. In de macro-economische verkenningen schrijven zij: “De omvang van deze kortingen (bedoeld worden de kortingen die naar alle waarschijnlijkheid bij in ieder geval ABP, PF Z&W, PME en PMT doorgevoerd gaan worden – miljoenen Nederlanders) in 2020 is bescheiden, doordat de kortingen (…) desgewenst over een periode van 10 jaar mogen worden gespreid. Voor 2020 resulteert daarmee een korting van 0,2 à 0,3%. Dat klinkt bemoedigend, vindt u niet? En de conclusie is: “Door de korting daalt de koopkracht voor gepensioneerden in 2020 met 0,1%.”
Waar hebben we het over, denk ik dan: …, 0,1%!? Kunnen die zeikerds van een ambtenaren, semiambtenaren, docenten (ja, ja …, ik ben inmiddels één van hen) en trendvolgers niet ophouden met hun gezeur over het achterwege blijven van indexaties over hun (inmiddels nominaal nog altijd royale) pensioenen?
Maar dan …! Diezelfde macro-economische rekenmeesters schrijven in ‘hun’ verkenningen – alsof het uit de lucht komt vallen = en totaal niet onderbouwd (althans niet in de verantwoording op die ‘verkenningen’): “Werknemers worden op twee fronten geraakt: door de kortingen krimpen hun pensioenaanspraken op langere termijn en de hogere pensioenpremies gaan ten koste van hun koopkracht op de korte termijn”. Onwetenschappelijke, niet gekwantificeerde noch onderbouwde prietpraat van het CBP. Of is er iets anders aan de hand in Nederland. Weet de regering meer dan wij? Hoezo achterdocht?
Koopkrachtverlies voor gepensioneerden? ’t Gaat om niks: 0,1%. Maar toch, de ‘verkenningen’ zeggen het zelf, dubbel genaaid: op korte én lange termijn! Dat kan je alleen maar met een welgemeend advies van Loesje (wie dat ook mag zijn) én dus met humor oplossen:
Dit artikel verscheen in “Blik op Portugal 168”.
