Zoals elke maand heb ik deze maand ook weer braaf aan Sabine gevraagd wat het onderwerp van de katern zou zijn. Ik baseer mijn stuk altijd op dit onderwerp. Het is vaak een handige bron van inspiratie. Deze maand kreeg ik ook weer, zoals altijd, lief antwoord van Sabine: “Het onderwerp van de katern is auto’s”. Auto’s? Auto’s! Auto’s en onderwijs? Oei, de inspiratie wilde niet echt komen. En plotseling wam hij toch. Auto’s passen binnen het vak NaSk. En wat is dat nou weer voor een vak?

De naam NaSk is een samenstelling van de afkortingen van twee vakken: Natuurkunde en Scheikunde. In het vmbo blijft deze combinatie tot aan het eindexamen. In havo en vwo wordt de splitsing in het vierde leerjaar gemaakt, dan zijn natuurkunde en scheikunde twee aparte vakken. “De natuurkunde of fysica is de tak van wetenschap die algemene eigenschappen van materie en energie onderzoekt en beschrijft, zoals kracht, evenwicht en beweging, voor zover hierbij geen scheikundige veranderingen optreden. Dit wil zeggen dat de moleculaire samenstelling van stoffen niet verandert.” “Scheikunde of chemie is de natuurwetenschap die zich richt op de studie van samenstelling en bouw van stoffen, de chemische veranderingen die plaatsvinden onder bepaalde omstandigheden, en de wetmatigheden die daaruit te destilleren zijn.” (bron: Wikipedia) Leerlingen kiezen bewust voor het vak scheikunde, omdat ze een beroep in de medische sector gaan kiezen of als laborant willen werken. Alle moderne apparatuur, zoals de laser, de computer, het internet, de mp3-speler, de mobiele telefoon, maar ook allerhande voertuigen te land, ter zee in de lucht en in de ruimte, alsmede het meeste wapentuig, zouden zonder de hedendaagse natuurkunde niet uitgevonden zijn. Er zijn dus veel hedendaagse beroepen waarbij het vak natuurkunde een belangrijke rol speelt. Mede daarom kiezen veel leerlingen ervoor om dit vak als examenvak te kiezen.

Natuurkunde op school leidt vaak tot interessante situaties. Er worden allerlei stellages opgebouwd om een waterfilter te bouwen. Hamers, zagen en schroevendraaiers komen uit de kast om een hefboom in elkaar te knutselen. Tafels komen vol te liggen met lampjes, draadjes en schakelaars om stroomkringen te bouwen. Het is leuk om de verwondering te zien als ineens de juiste lampjes gaan branden of wanneer blijkt dat het gemakkelijker is iets te takelen met een lange arm. Ook onze basisschoolleerlingen worden door deze proefjes aangetrokken. Laatst verdween de practicumdoos met lampjes en elektriciteitsdraad naar groep 6. Zij wilden ook wel eens proberen een lampje te laten branden. Eigenlijk is het dus een heel leuk en interessant vak. Vooral als er een practicum op het programma staat. Maar echt gemakkelijk is het niet.

Ik wist al op vrij jonge leeftijd wat ik later wilde worden. Daar ben ik eigenlijk nooit meer van afgeweken. Toen ik in de derde klas van het voortgezet onderwijs mijn vakkenpakket moest gaan kiezen, was ik verheugd over het feit dat ik voor mijn toekomstige beroep in ieder geval dat lastige vak natuurkunde niet nodig zou hebben. Helaas! Mijn ouders vonden het toch een goed idee om dit vak in mijn pakket te laten staan. Toen was ik daar helemaal niet blij mee, maar nu weet ik beter. Doordat ik natuurkunde heb gevolgd, kan ik nu een heleboel kleine technische probleempjes die ik in mijn volwassen leven tegenkom zelf oplossen. Ik kan een stop vervangen, ik kan elektriciteitssnoertjes repareren, ik kan de gootsteen ontstoppen en zelfs mijn pomp in de cisterna ‘repareren’. Natuurkunde is een handig vak voor de algemene ontwikkeling. En dat is wat wij onze leerlingen ook proberen mee te geven. Het is immers heel handig als je begrijpt wat er aan de hand is, als je auto de kuren heeft!